5

Hoe ik een week in een reclamespot leefde

Het ziet er dieptreurig uit: een tent op een verlaten camping, het doek bijkans bezweken onder een laag winterse neerslag. Een eenzaam spoor naar de ingang. Voetstapjes in de sneeuw. Vastgelegd eind april en rap verspreid via social media als hét symbool van de ‘Horror-lente’ waaronder Nederland gebukt gaat.

Ik moet denken aan een boek van W.G. van der Hulst, chroniqueur der Zieligheid. Ik vind mijzelf ook zielig. Buiten staat de vouwwagen ongeduldig op de oprit. Binnen kijk ik naar de hagelstenen die tegen het raam ketsen.

Dit is niet de afspraak. We zouden gaan Genieten. 

Het staat in de agenda. Over een paar dagen: ontspannen op een camping in de Achterhoek, met een sliert vrienden en kinderen. Radlers en Rosé. Topjes en rokjes. Grappen en goede gesprekken bij een houtvuur, dat werk. Neurotisch check ik vijf keer per dag drie weerapps. De app met de beste voorspellingen heeft natuurlijk gelijk. Maar het ziet er somber uit.

Dit wordt niet huppelen op slippers, maar sjokken op snowboots.

Genieten, camping en kou combineert slecht. Ik zie het voor me: jankende, tandenklapperende kinderen met paarse lippen en bevroren tenen. Kille, slapeloze nachten, klamme kleren. Hell no, dat nooit weer.

Collega’s, die en masse decadent vertrekken naar Portugal en Mallorca kijken me meewarig aan en wensen me veel sterkte. Natuurlijk, er zijn op aarde gevallen bekend van grotere rampspoed, doch ik zwelg graag in zelfmedelijden. En Lief en vrienden met mij.

Ik heb het zo nodig en zij ook: rust in plaats van ratrace.

Ik had immers stress en ik wilde graag leven met open luikjes in mijn hoofd.

Het is algemeen bekend dat zonnige campings katalysatoren zijn voor soepel scharnierende luikjes in bomvolle breinen en onthaasten gaat nu eenmaal eenvoudiger bij ontstentenis van een zoemende laptop, draaiende wasmachine en woekerende tuin. De horror-lente lijkt echter onze zo gekoesterde week van Ontspanning & Genot te dwarsbomen.

Maar dan brengt Messias Hiemstra, de goede boodschap: het weer slaat om! De dagen van onze vrije week scoren opeens negens en tienen in de weerapp. Het paradijs ligt slechts op twee uur rijden. We scheuren naar de Achterhoek, zoeken op de natuurcamping een mooi plekje in het groen, kussen onze vrienden en klappen de vouwwagen open. De geur van geluk komt me tegemoet.

Als de eerste zonnestralen doorbreken, dartelen de kinderen het veld op als jonge pinken die voor het eerst de wei in gaan.

Het is de opmaat voor een weergaloze week.

Een week met weinig getwitter, maar wel veel analoog getjilp. Ik sta stil, letterlijk en figuurlijk. Mijn zintuigen laven zich: zon op mijn huid, rosé aan mijn lippen, de blik gericht op een meute blonde kindertjes die blij met een bolderkar rondrennen alsof ze zijn weggelopen uit een Blue band-reclame uit de jaren tachtig. Ik laat me inspireren door hun  verbeeldingskracht. Ik zie leeuwen in de wolken, een zeehond van druppels in de douche en kussende vlammen in de houtkachel.

Eigenlijk is de hele week één lange, idyllische reclamespot: voor natuurkamperen, voor vriendschap en aandacht en voor Radler-bier.

Vierjarige zoon weet het treffend samen te vatten. Halverwege de week overhandigt hij mij trots een tekening. Vertederd bewonder ik zijn poppetje, op het eivormige hoofd vier rechtopstaande haren, even lang als de harkerige benen. En een grote mond. ‘Dit ben jij en jij bent heel blij’. Ha, zo is het jongen. Ik ben blij.

En W.G. van der Hulst heeft het nakijken.

Pauline van der Kolk • 11 mei 2016


Previous Post

Next Post

Comments

  1. henkvandijken 11 mei 2016 - 13:46 Reply

    Anoniem. Dat was ik.

    • Pauline van der Kolk 11 mei 2016 - 14:28 Reply

      Dankjewel, anonieme Henkvandijken

    • Nadia 9 september 2017 - 06:40 Reply

      comment6,

  2. Smartness 8 september 2017 - 19:33 Reply

    comment1,

  3. Brett 9 september 2017 - 04:32 Reply

    comment3,

Laat een reactie achter

Your email address will not be published / Required fields are marked *