11

Over mijn mislukkingen, ploerten en onze buren

‘Ik kan het niet! Ik vind deze fiets stom!’ Het hoofd van mijn zevenjarige zoon is verwrongen en rood aangelopen. Tranen in zijn ooghoeken. Zojuist had hij nog glunderend in de fietsenwinkel gestaan. Een opgewonden rondedans gemaakt om zijn nieuwe aanwinst. Maar nu, buiten op straat, heeft de blijdschap plaatsgemaakt voor frustratie. Het opstappen en wegrijden op zo’n hoge fiets, dat is even wennen. Mijn zoon wil niet wennen. Alles moet in één keer goed gaan. En anders maar niet. Mislukken is geen optie.

Goh, van wie zou hij dat nu hebben?

Misschien moet ik hem, in plaats van uit de Kameleon, gaan voorlezen uit het nieuwste boekje van Erik Kessels: ‘Meesterlijk missers’.

Ik las er vorige week iets over op NRC.nl. ‘Durf te mislukken. Maak jezelf belachelijk. Maak fouten, elke dag weer’, betoogt Kessels in zijn boek over de kunst van het falen. ‘Streven naar perfectionisme, de maatschappelijke norm, is volgens hem geen goede raadgever voor creatieve mensen. Risicomijdend gedrag leidt tot saaiheid’, lees ik op NRC.nl. ‘Mislukken daarentegen is een van de meest zekere routes naar originaliteit en succes.’

Ik laaf mij aan zulke teksten. Dat boekje, dat ga ik zeker in huis halen. Koren op mijn rammelende, roestige molen.

Ik betwijfel alleen of mijn zevenjarige er een boodschap aan heeft als ik hem, du moment dat hij zijn lego-stenen weer eens woedend door de kamer smijt omdat zijn bouwwerk ‘niet lukt’, beminnelijk voorhoud: ‘Verwarring en imperfectie zijn goede componenten voor het nieuwe.’

Nee, laat mijn zoon maar ervaren dat mislukken meestal geen moer voorstelt. Dat het niet erg is als hij een keer op z’n bek gaat. Dat je daar niet minder van hoeft te worden, integendeel. En dat je het kunt leren: mislukkingen accepteren. Zelf heb ik goeddeels afscheid genomen van mijn perfectionisme toen het leven mij genadeloos door de mangel haalde. Als het gaat om leven en dood doet perfectie er niet zoveel meer toe.

Ik ben mislukt op meerdere fronten en inmiddels kan ik zeggen: ‘I’m OK with that’. Zo ben ik mislukt als haarkunstenaar. Dat is niet niks, als je moeder bent van een vijfjarig meisje-meisje.

Dagelijks dansen de meest ingenieuze en geraffineerde vlechten, knotten en staarten ons tegemoet als ik mijn dochter, met twee asymmetrische staarten in haar sliertige vlashaar, nipt op tijd aflever in haar klaslokaal.

Ik ben ook mislukt in de categorie goudvis-houden (die beesten dreven bij mij altijd in no time met bleek bol buikje bovenin de kom), achteruit-autorijden-met-aanhangwagen (nu ja, misschien gewoon überhaupt in achteruit rijden, in ieder geval: in achteruit inparkeren, OK, gewoon überhaupt in inparkeren), poetsen en strijken.

Al deze mislukkingen hebben me, precies zoals Kessels uitlegt, aangezet tot creatieve oplossingen. Ik heb respectievelijk  in huis gehaald: een kat (ziet er ook gezellig uit maar legt niet zo snel het loodje), een man (voor lastige automanoeuvres) en een schoonmaker (tegen kalk, vet, kruimels en remsporen). Met strijken ben ik gewoon gestopt.

Enfin, toen ik las over mislukkingen, dacht ik ook aan België.

Sinds de aanslagen in Parijs en Brussel wordt het land in de media geregeld weggezet als ‘mislukte staat’.

Gaat het over aanslagen dan is het opeens behoorlijk potsierlijk om te spreken van een ‘meesterlijke misser’, die je dankbaar moet omarmen en je de weg wijst naar succes. Hier gaat Kessels vlieger niet op. Maar zijn de aanslagen het gevolg van het falende Belgische bestuur? Is de staat België daarom mislukt?

Ik was er vorige maand met mijn gezin een weekend te gast. Het is een prachtland. Met parels van steden, verrukkelijke chocolade, heerlijke bieren, steengoede muziek en bovenal: leuke, gastvrije Belgen.

Maar het is ook het land van talenstrijd en stakingen, van hobbelige wegen, versnipperde overheden en bestuurlijke spaghetti.

Verrommeld land, waar het lijkt alsof huizen, boerderijen en industriepanden volstrekt willekeurig vanuit de lucht naar beneden zijn gestrooid.

Imperfectie lijkt uitgevonden in België. Enkele jaren geleden snapte ik weinig van de lage dunk die onze Vlaamse vrienden van hun eigen land hadden. Inmiddels kan ik die zelfverachting wat beter plaatsen, nu ook alle buitenlanden hun kritische blik op Belgenland hebben gericht en in het bijzonder op Brussel, met zijn 19 burgemeesters, 6 politiekorpsen én de gemeente Molenbeek, uitvalsbasis voor terroristen.

Er is iets vreselijks misgegaan in België, maar is de staat daarom mislukt?

Onlangs liet ik de peperdure fiets van Lief op het station staan. Niet een dag, maar meerdere dagen en nachten. Dat was dom en onachtzaam van mij en het gevolg laat zich raden. Na een week bleek de fiets te zijn gejat. Lief was not amused. Terecht. En dat uitte hij met  gefoeter richting mij. Terecht. Maar hij hernam zich snel en richtte zijn ferme, verbale reactie weldra niet aan mij maar in het luchtledige aan het adres van de onbekende ploert. Want niet ik had zijn fiets gejat. Een of andere verwerpelijke en infame lamzak was dader. Punt.

De aanslagen in Parijs en Brussel zijn gepleegd door laaghartige terroristen, niet door falende bestuurders. Punt.

Uiteraard treft het Belgische bestuur blaam. Zoals mij lapzwanserij te verwijten valt in de casus ‘geleende fiets’.

Ik heb wellicht gefaald, maar ben daarom niet mislukt als persoon. Stellen dat de staat België is mislukt, gaat ook te ver. Daarvoor is het bovendien nog te vroeg. België is met zijn 186 jaar nog een puberstaat. Een puber die goed begeleid moet worden. En daar is moed voor nodig. Courage. Van bestuurders, Frans-, Nederlands- en Duitstaligen. Ik hoop voor België dat de politici van het land zich laten inspireren door hun fouten. Door te falen, kun je iets unieks creëren, beweert Kessels. Laat onze buren daar als de drommel mee beginnen, met behoud van het goede, maar met flink wat spaghetti minder.

Dan zal ik, geïnspireerd door mijn eigen falen het niet meer wagen de toekomstige nieuwe fiets van Lief aan te raken.

Als mijn eigen rijwiel weer eens elders staat, pak ik nog liever de step van mijn dochter. Of haar rollerskates. 

‘Verknallen is opvallen’, zegt Kessels. Zo is het. Dat zal ik ook mijn kinderen voorhouden als ik ze help met vallen en opstaan, als ik ze vol trots nakijk, als ze de wijk uit fietsen. En dan duim ik, dat als ze later verder het leven in fietsen, ze geen ploerten zullen tegenkomen, van welk allooi dan ook.

Bron: ‘Durf te mislukken’, NRC.nl, 2 juni 2016

aanslagenBelgiëmeesterlijke missersmislukkingenterrorisme

Pauline van der Kolk • 9 juni 2016


Previous Post

Next Post

Comments

  1. Bw 9 juni 2016 - 22:58 Reply

    Weer een prachtig verhaal Pauline! We zijn trots op jou.

    • Pauline van der Kolk 10 juni 2016 - 16:28 Reply

      <3

  2. Berend en Jenny 9 juni 2016 - 23:00 Reply

    Weer een prachtig verhaal Pauline! We zijn trots op jou.

  3. Ximaar 9 juni 2016 - 23:25 Reply

    Deze bijdrage is toch redelijk gelukt lijkt me. 😉

    Zelf heb ik ook behoorlijk last gehad van perfectionisme. Deels ben ik daar vanaf. Ook al omdat dat de gemene deler was tussen de Japanners en de Duitsers in WO-II. Ook daar begint het gelukkig langzaam te verdwijnen. Voor mij mag iets fout of inferieur zijn als ik of een ander daar geen last van heeft. Als mensen over de stoep fietsen omdat ze dat veiliger en korter vinden vind ik prima, maar dan wel voldoende rekening houden met de voetgangers. Ik zal altijd proberen om dingen te voorkomen en ben daar akelig goed in. Maar als het niet lukt is er ook geen man overboord. Dan maar niet.

  4. Heleen 10 juni 2016 - 05:18 Reply

    Mooi verhaal! Ik heb geaccepteerd dat ik maar een beetje pruts. En dat doe ik niet eens zo heel slecht!

  5. Ria 10 juni 2016 - 12:44 Reply

    Een regelrechte oppepper voor het mislukken van bepaalde zalen hier. Volgende keer beter. Mooi artikel weer Pauline. Ik geniet er altijd van

    • Pauline van der Kolk 10 juni 2016 - 16:28 Reply

      Fijn om te horen. Dankjewel Ria.

  6. Ria 10 juni 2016 - 12:45 Reply

    Zalen is zaken. Weer eens te vlug met de vingers. Moet kunnen

  7. Arnt 12 juni 2016 - 23:06 Reply

    Het is een prachtige reflectie geworden. Mijn dochter is inmiddels 13 en nog steeds zeer teleurgesteld in mijn gebrek aan haarkunstenarij, dus maak je borst maar nat, haha

    • Pauline van der Kolk 13 juni 2016 - 00:02 Reply

      Thanks Arnt. Doe je nog steeds pogingen dan, om een sierlijke knoet te draaien op t hoofd van je dertienjarige? Ik vrees dat zowel dochter als ik te weinig geduld hebben voor het betere vlechtwerk.

      • Arnt 13 juni 2016 - 12:50 Reply

        Nee Pauline, mijn pogingen worden niet meer op prijs gesteld 🙂

Laat een reactie achter

Your email address will not be published / Required fields are marked *