3

De roze bril blijft op

Augustus in Appelscha. Ik ben geen stopverf meer. De chemodampen zijn mijn lichaam weer uitgewasemd. De zon schijnt, het is vakantie. Dus zoeken we het plaatselijke meertje op, mijn drie minderjarige aandachtsjunks en ik. Vanonder mijn zonnehoed observeer ik hoe mijn bloedjes met zand en water nijver een kasteel boetseren.

Al zeker vier minuten zonder ruzie. Een Instagramwaardig tafereel.

Bijna perfect, ware het niet dat bij iedere ademteug de geur van hondenpoep mijn neus binnendringt. En dat ik rechts in mijn bovenlijf kwaadaardig weefsel voel steken…

Ik verplaats onze handdoeken en het idylle-verstorende poepeuvel is verholpen. Het stekende ongerief is minder eenvoudig op te lossen. Heel pijnlijk is het niet, maar de gedachten aan de oorzaak en mogelijke gevolgen van de steken, díe doen zeer.

Ik kijk naar mijn kinderen en verzet me niet. Laat de gedachten rustig komen en voel hoe ze ook weer wegebben. Want zo gaat het steeds, in deze zomer vol ongerijmdheden. Zomer van contrasten. Het contrast is overal. Tussen vrolijk kindergekwetter en verontrustende hersenspinsels, tussen ontspannen geborrel en zorgelijke doemgedachten, tussen trouwvoorpret en uitslagzenuwen, tussen energiek swingen en uitgeblust post-chemo-bankhangen. Maar ook in een contrastrijke wereld valt, zo blijkt, prima te leven.

‘Ben je nu ongelukkiger dan begin juni, voordat we dit allemaal wisten?’ vraag ik Lief als we samen aan de tuintafel zitten.

‘Nee, niet per se ongelukkiger’, is zijn antwoord. ‘Wel bezorgder.’ Dat herken ik. Het onbezorgde, dat is er nu echt wel af. Maar geluk blijkt nog best onverwoestbaar. Niet dat we een hosanna-gezin zijn, overigens. Ergernis, drukte en kindergekibbel zijn ons heus niet vreemd. Toch blijven geluksmomenten door grote en kleine zorgen heen priemen. Op de camping, ’s avonds naast een vijfjarige-vol-verhalen in bed of tijdens een potje voetbal voor het huis.

Intussen put ik kracht uit de dingen die ik zélf kan doen. Op onderdelen heb ik mijn levensstijl aangepast. Ik doe weer aan yoga en fitness en verander mijn eetpatroon: veel minder vlees en suiker, exit zoetjes, meer groente, fruit, noten, groene thee et cetera. Baat het niet dan schaadt het niet. Ik voel strijdlust. Het kan toch niet zo zijn dat een stukje fout weefsel de boel zal gaan verstieren? Ik sta op de loopband in de sportschool, op het ritme van mijn gestamp dreunt het in mijn hoofd: ‘Kan-ker-rot-op!’

’s Avonds mik ik mijn bak yoghurt vol blauwe bessen en bramen. Go anti-oxidantjes, aan de slag!

Maar dan nadert langzaam eind augustus. Tijd voor de tussenstand. Ik krijg een scan van mijn middenrif om te zien wat het effect is van drie chemokuren. De dagen die vooraf gaan aan de scan en de uitslag, neemt mijn geest een loopje met me. Geluksmomentjes worden schaars. Ik voel pijntjes door mijn hele lijf en vrees dat ik overal uitzaaiingen heb.

Klamme handen, een wrange smaak, een dunne stem. Zo voelt angst dus.

Alsof ik toeleef naar de Dag des Oordeels. Mag ik nog door of gaat toch binnenkort het doek dicht? De uitslag zal hoe dan ook allesbepalend zijn voor ons aanstaande huwelijk. Wordt het een ingetogen, beladen feest of kunnen alle remmen los?

Mijn oncoloog is een schat. Ze regelt dat ik niet een week, maar slechts een dag hoef te wachten op de uitslag, zodat we in de week voor ons huwelijk niet meer in spanning hoeven te zitten. Met lood in de schoenen begeven Lief en ik ons naar haar afdeling. We hoeven niet lang te wachten.

Ze roept ons. We lopen mee. Ik bestudeer haar gezicht. O God, ze kijkt ernstig.

De spreekkamer in. En dan, nog voordat we zitten, verlossende woorden: ‘Nou, ik ben tevreden hoor.’

Tranen stromen over mijn wangen. Ik kan alleen maar huilen. Zo enorm opgelucht ben ik. De kuur doet wat het moet doen! De arts laat het zien op de foto’s. Eerst was de aangetaste rib helemaal zwart. Nu toont het weer witte vlekken. Goed nieuws. Kankerweefsel maakt plaats voor kalkafzetting, is dokters conclusie. En o ja, verder zijn er ook geen gekkigheden te zien. ‘Je mag de roze bril voorlopig ophouden’, vindt dokter. ‘We zijn nog steeds op weg naar genezing.’

Aan de hand van Lief zweef ik door de ziekenhuisgangen.

Ik mag door! Het is nog niet afgelopen, nog lang niet! Ik knijp Liefs hand fijn. Wat is dit nieuws een geweldige opmaat voor ons huwelijk. Op 16 september gaan we onze liefde vieren. En het leven. Yeah!

borstkankergoed nieuwshuwelijkuitzaaiing

Pauline van der Kolk • 10 september 2017


Previous Post

Next Post

Comments

  1. Atie Valk 10 september 2017 - 22:50 Reply

    Wat een geweldig nieuws!
    Maak er samen een super toffe dag van de 16de september!!!
    ??????

  2. Joerka 11 september 2017 - 06:49 Reply

    Pfff… Damn. Dit gaat ergens over.

    Ik ben blij.

    En heerlijk geschreven.

  3. Mickey 17 september 2017 - 16:32 Reply

    Pauline, ik hoorde van Centina dat je weer in gevecht ben en kreeg je mail (met blog-link erin), doorgestuurd. Ik volg je graag. Jouw angst is mijn angst, ook na 20 jaar. Ik leef mee en bewonder je kracht. Heb je een keuze? Nee natuurlijk niet! Maar je doet t toch maar. Je hebt de achterkant van de maan al eens gezien, en nu maak je weer een rondje. Ik ben blij met de goede berichten, hoe dun het ijs ook voelt.

    Weer dat ik aan je denk,

    xx Mickey

    En maak er een fantastisch feest van op je huwelijksdag!

Laat een reactie achter

Your email address will not be published / Required fields are marked *