Coronablues

Buiten is grijs en mottig. Overdag wordt het amper licht, alsof we ons diep in Lapland door de lockdown heen worstelen, maar dan zonder uitzicht op besneeuwde bergtoppen en spiegelgladde bevroren meren.

Ik kijk naar mijn keuvelende collega’s. Ik spreek hen meerdere keren per week. Maar hoe het echt met ze gaat, geen idee. Dat valt lastig af te leiden uit de vijftien vierkantjes op mijn scherm. Ik mis ze. Zoals ik wel meer mis deze dagen.

Mijn telefoon ligt alweer in mijn hand. Nog even langs de NOS-koppen scrollen voordat ik me op mijn to-do-lijst stort. Voor de zoveelste keer scan ik berichten over besmettingscijfers, demonstraties, complotten en een doorgedraaide president. Mismoedig schuif ik mijn mobiel weg. Zou ik het dan ten langen leste ook te pakken hebben? Besmet met de COVID-dip?

Het voelt zo anders dan afgelopen voorjaar. Toen de belofte van een mooie zomer nog in de lucht hing. Toen we het thuiswerken en de thuisschool wisten te onderbreken met aangenaam verpozen in de hangmat, knusse kopjes koffie in de zon en opgewekte boswandelingen omlijst met uitbundig gekwinkeleer.

Nu moet ik de neiging onderdrukken om te stampvoeten. Om als een onredelijke puber met de deuren te slaan en te schreeuwen: ‘Ik mag ook nooit niks!’ En daar schaam ik me voor. Ik heb namelijk geen recht van kniezen. Ik ben geen afgesloofde zorgverlener. In mijn gezicht geen striemen van mondmaskers. Ik ben geen bronstige single student met scoringsdrang. Ik ben niet ziek, niet eenzaam en heb geen financiële zorgen. En ik woon niet in Amerika.

Toch blijf ik somberen als ik ‘s avonds de groente snijd. Over de wereld, dat vooral natuurlijk. Maar ook over de eentonige dagen die in het verschiet liggen. Niets meer om naar uit te kijken voorlopig. Geen vertier met vrienden, niet kerstshoppen met de kinderen, niet meer naar de yogales en vanavond niet meer lekker zingen met mijn vocal group. Ik zing in mijn eentje de Corona-blues. Niemand komt meer nabij.

Recalcitrant mik ik drie extra tenen knoflook in de pan. Mijn stille, walmende daad van verzet. Je moet toch wat.

Pauline van der Kolk • 17 december 2020


Previous Post

Next Post

Geef een antwoord

Your email address will not be published / Required fields are marked *